Ik ga op reis en ik neem mee (1)

30 maart 2021 - Gorinchem, Nederland

De pastoraal werkster van onze kerk, het Open Pastoraat in Gorinchem, heeft mij een aantal weken geleden gevraagd of ik mee wilde doen aan een schriftelijke pelgrimage. Gedurende  zes weken maak ik met een aantal reisgenoten een virtuele pelgrimstocht. Iedere maandag krijgen we een nieuwe ‘etappe’ toegestuurd. Hierbij maak ik jullie deelgenoot van het eerste traject. 

Vandaag, dinsdag 23 maart 2021, wil ik beginnen met mijn reis naar binnen. Het is de tweede keer dat ik een dergelijke reis onderneem. Het afgelopen jaar heb ik - in het kader van “Leven in tijden van Corona” - op mijn blog gerritenellen.reislogger.nl gewag gemaakt van mijn innerlijke reis in dit bijzondere jaar. Een ‘gewone’ reis was immers niet mogelijk!

Wat heb je nodig voor zo’n reis naar binnen? Heb je aan jezelf genoeg? Is het voldoende om al je zintuigen ‘aan’ te zetten om optimaal te ervaren en te genieten van wat en wie je tegenkomt? Als het de schoonheid van de natuur betreft is het op scherp zetten van je zintuigen genoeg. Nog nooit eerder heb ik de lente met zijn ontluikende natuur zo met volle teugen ingedronken als in 2020. Het was een wonder om dat op mijn 67e op deze manier te kunnen ervaren. De stilte van de Lockdown droeg daar zeker aan bij. Je kon de natuur als het ware horen groeien. 

Heb je perse een doel nodig om op pad te gaan? Bij een pelgrimstocht zoals naar Santiago de Compostella of Mekka is het gestelde doel duidelijk en weet je – bij benadering - hoelang je erover zal doen om van A naar B te komen. Bij een innerlijke reis is dat veel minder voorspelbaar. Zeker als je zoals ik van nature actief en druk bent, is zo’n pelgrimage naar binnen een extra uitdaging. Zal het me lukken de rust te vinden om afscheid te nemen van de dingen die mij gewoonlijk bezighouden, zoals sport, uitstapjes naar musea en theater en sociale contacten? Uiteraard maakte Corona het gemakkelijker. Er was doorgaans geen sprake van een keuze, maar simpelweg van hogerhand opgelegd pandoer. 

Deze reis doet me denken aan het aloude, zeer universele verhaal “Elckerlic” genaamd. Elckerlic, oftewel ieder mens, moet op zijn levensreis afscheid nemen van alles (bezittingen e.d.) en iedereen (vrienden, familie). Uiteindelijk begint hij dan - alleen en eenzaam/op zichzelf teruggeworpen – aan zijn laatste reis (naar de dood). 

Partir c’est mourir un peu. Vertrekken/afscheid nemen is een beetje sterven en doet dus pijn, maar het kan je ook veel brengen. Door afstand te (moeten) doen van zaken, zoals die sportschool en die uitstapjes sta je meer open voor de dingen die er nog wel zijn en geniet je daar meer van. “Tel je zegeningen”, zou mijn schoonmoeder gezegd hebben. De dagelijkse wandelingen of fietstochten zijn daar een mooi voorbeeld van. Ze zijn (bijna) een doel in zichzelf geworden en mede daardoor (of moet ik zeggen desondanks) zeker de moeite waard. Wandelen blijkt uitstekend geschikt om ‘in het nu’ te zijn en in deze staat van mindfulness hoop ik stap voor stap dichter bij mezelf te komen. 

Weggaan is iets anders 

dan het huis uit sluipen 

zacht de deur dichttrekken 

achter je bestaan en niet 

terugkeren. Je blijft

iemand op wie wordt gewacht. 

Weggaan kun je beschrijven als 

een soort van blijven. Niemand

wacht want je bent er nog.

Niemand neemt afscheid

Want je gaat niet weg.[1]

Tot nu toe is het ‘reizen’ voor mij dan ook eerder weggaan dan voor goed afscheid nemen geweest. Na de eerste lockdown zei mijn kleinzoon van 6 jaar oud: “Ik wil jou nooit meer kwijtraken”. Dat ontroerde me zeer en maakte me duidelijk dat ik nog lang niet zo ver ben om definitief afscheid van alles en iedereen te nemen.

Mijn pelgrimage is dus een innerlijke reis. Ieder mens heeft een opdracht. Je moet jezelf beter leren kennen, of zoals de oude Grieken al zeiden: Ken uzelve!

Wordt vervolgd.

[1] Rutger Kopland, Geluk is gevaarlijk

1 Reactie

  1. Marion Osterhaus:
    30 maart 2021
    mooi Ellen