Ik draai de camera terug (2)

4 februari 2021 - Gorinchem, Nederland

Door het oog van de naald

Het jaar begon een stuk slechter dan verwacht. Maandag 4 januari werd ik ziek. Wat aanvankelijk een eenvoudig buikgriepje leek, liep uit op een (bijna) drama. Het ging steeds slechter met me: misselijkheid en continu braakneigingen, buikpijn en zware diarree. Na ruim een week kon ik bijna niets meer. 

Woensdag 13 januari ben ik toch maar naar de huisarts gegaan. Onze eigen huisarts was nog steeds met vakantie en op mijn verzoek maakte zijn vervangster een formulier klaar om bloed te laten prikken. Dat heb ik donderdag laten doen en vrijdag brak toen paniek uit. Mijn nierfunctie was dusdanig slecht (3%) dat ik acuut naar het ziekenhuis moest. We kwamen daar om 10.00 uur aan en direct ging ik de mallemolen in: testen op Corona, veel bloedafnames etc. etc. Het einde van het liedje was dat ik moest blijven en meteen gedialyseerd moest worden. Ze zijn daar vervolgens ca. 15.30 uur mee begonnen en aansluitend ging ik naar de afdeling Hematologie voor plasmaferese. Uiteindelijk kon ik om 1.30 uur gaan slapen, wat vanwege de adrenaline niet best lukte. Wat een dag!

Een week in het ziekenhuis verloopt in een soort roes. Je moet je aanpassen aan het ritme van het ziekenhuis. Drie keer per dag worden je bloeddruk, hartslag en saturatie gecontroleerd. Mijn bloeddruk bleek door het nierfalen aan de hoge kant, dus kreeg ik bloeddrukverlagende tabletten. Ik ben twee keer gedialyseerd en heb vijfmaal een behandeling met plasmaferese ondergaan. In het totaal heb ik 100 zakken plasma gekregen à raison van 600 euro per stuk. Een duur grapje dus!

Naast de vermoeiende en ook wel stresserende situatie waren er zeker ook veel mooie momenten, zoals de liefdevolle en bezorgde aandacht van man- en dochterlief, alle medeleven van familie, vrienden en bekenden via appjes, telefoontjes, kaarten en bloemen en het contact met twee oud-leerlingen die de zorg ingegaan waren. Het ontroerendste was wel het bezoek van mijn zesjarige kleinzoon. Hij wilde perse op bezoek,  maar gezien Corona was dat niet toegestaan. Toen hij dat niet wilde accepteren, zei mijn dochter dat hij dan zelf het ziekenhuis maar moest bellen. Hij heeft dat gedaan en omdat de verpleging dit zo bijzonder vond, kreeg hij - tegen de regels van het ziekenhuis in – toestemming om zijn zieke oma te bezoeken. Toen hij heel voorzichtig zijn gezichtje – gewapend met een mondkapje met ‘Merry Christmas’ erop – om het hoekje van de deur stak, schoten de tranen me in de ogen. Wat een kanjer!

Pas na een paar dagen werd duidelijk waar ik nu eigenlijk zo ziek van was geworden. Het bleek Stec-Hus, een Ecoli-bacterie. Zonder het adequate optreden van de artsenvan het St. Anthonius ziekenhuis te Nieuwegein zou ik het niet gered hebben. Dat laatste had ik me overigens vrijdag de 15e niet gerealiseerd (maar Gerrit wel).

In het ziekenhuis leek Corona erg ver weg. Thuis zat ik er meteen weer middenin. Zaterdag 23 januari werd immers de avondklok ingevoerd.

Marieke Lucas Rijneveld schreef speciaal voor Trouw het gedicht “Avondklok”. Persoonlijk ben ik niet zo’n fan van haar werk. Haar debuutroman[1], vond ik afschuwelijk om te lezen. Vooral vanwege het verhaal zelf dat wij in Nieuwendijk helaas van dichtbij meegemaakt hebben en de stijl die mij te veel aan Wolkers doet denken. 

Het gedicht is echter zo toepasselijk dat ik het overneem, al vind ik het stilistisch niet sterk (te lange zinnen voor poëzie!). De sfeer is echter goed verwoord en sprak me wel aan. Dit in tegenstelling tot haar eerdere bundel, Kalfsvlies (2015)

Avondklok

Niet meer de straat op mogen, niet meer de ziel leeglopen en het

Hart voller, het plantsoen liefkozen, niet meer een bezoek aan een

Nachtvriend en samen besluiten dat het beter wordt, het wordt beter,

Niet meer naar de winkel voor iets wat je bent vergeten, voor het praatje

Bij de kassa over hoe het halfdonker zo machtigprachtig. Niet het stampen

Door de modder als de dag je weinig goeds heeft gebracht, als je weer niet

Hebt gezegd wat je kwijt wilt, als het wel anders en toch mooi maar je moe en 

Opgebrand, als de kinderen op bed liggen en je nu nog jezelf in slaap moet

Wiegen. Niet meer door de lanen, langs weilanden, niet meer je jas aan trekken

En weten dat je rustiger terug zal keren, niet het licht uitknippen, tot straks,

Tegen de kamers fluisteren, niet meer de dakloze op de hoek begroeten,

Uit je broekzak wat warmte opdiepen, niet meer de lichturen als een draaiboek

Doornemen en in gedachten onderstrepen wat goed en minder goed ging, hoe je 

Morgen alles anders zal doen, niet het toeknikken van de tegenliggers

Die schuilgaan achter de haag van hun jaskraag, niet meer het dollen van wat

Schooljongens die alle huiswerkregels uit zich jagen, die zich even vrij kunnen

Bewegen, niet meer bij mensen naar binnen loeren en uitkiezen welk leven

Je voor een week zou willen overnemen, bij welk gezin je het liefst aan tafel

Wil aanschuiven en alle valkuilen en overwinningen bespreken, het interieur 

Bekijken, fantaseren dat als je later groot bent ook die lamp en die bank

En je daardoor eindelijk ergens thuiskomt, niet meer te mogen hardlopen en

Jezelf vrijmaken van alle zorgen, niet de kus op de hoek met een beminde, niet meer

Zwaaien als je bij iemand langsloopt die niet van het halfdonker houdt, die monsters

Ziet, die zich eenzaam en miskend voelt, niet meer de straat op mogen. Ze zeggen:

Denk je buiten, denk de wind door je haren, de regen, denk de zomer aan je zijde,

Denk de dagen langer en niet versomberen, denk aan hoe je straks terugkijkt op

Deze tijd, aan hoe bijzonder dat we met zijn allen binnen en er doorheen zijn gekomen,

Denk je bij iemand die warm en zacht, denk je de avond en steeds langer licht.

Dinsdag ben ik voor controle in het ziekenhuis geweest. Dat had weer heel wat voeten in de aarde. ’s Morgens bleken niet alle uitslagen van het bloedonderzoek binnen en moest ik halsoverkop naar Nieuwegein, terwijl de controle in Houten zou zijn. Lekker handig allemaal! 

Het resultaat was echter gelukkig heel positief. De waardes bleken van 16 naar 29% gestegen. Een enorme verbetering van de nierfunctie dus!

De arts was erg tevreden en heeft goede hoop dat de nierfunctie zich wel tot 60% of meer kan herstellen. Ik hoef pas op 10 maart terug te komen.

Ik voel me een blij en dankbaar mens! 

[1] Marieke Lucas Rijneveld, De avond is ongemak. 2018

6 Reacties

  1. Ineke van Meeteren:
    4 februari 2021
    Wat vreselijk om te lezen dat je zo ziek bent geweest! Fijn dat het de goede kant weer opgaat, wens je een spoedig volledig herstel. Lieve groet
  2. Carolien Moree:
    4 februari 2021
    Wat heb je het mooi beschreven, Ellen!
    Hoezo een maakbare samenleving.... je kunt zomaar ineens heel ziek zijn.
    Zoals al eerder gezegd: een heel goed en voorspoedig herstel!! Liefs Carolien
  3. Margriet:
    4 februari 2021
    Wat een heftigheid. Het leven is onvoorspelbaar. Vaak moeilijk te accepteren, laat staan waarderen voor ons. Maar ik lees dankbaarheid dat je er nog bent. Ik mag toch hopen dat we elkaar dit jaar in levende lijve mogen ontmoeten. Liefs voor jullie beiden.
  4. Gerard:
    4 februari 2021
    Wat een verhaal Ellen.
    Je heeft dit jaar al veel meegemaakt, maar wel gesteund door man en veel vrienden. Wat te denken van je kleinzoon, alleen daardoor wordt je sterker.
    Ik hoop op een verder herstel, alles weer normaal, dan kunnen wij weer een heerlijk bakkie op het terras doen.
    Wordt snel weer de oude Ellen.

    Groeten,
    Gerard
  5. Ton van Rijn:
    4 februari 2021
    Lieve Ellen, wat een heftig verhaal! Wat is er niet allemaal door je hoofd gegaan??? Wat goed dat je op tijd wist wie je vijand was, om hem te kunnen bestrijden. Wees en blijf voorzichtig, juist nu! XXX
  6. Marion Osterhaus:
    4 februari 2021
    Wat ontroerend, dat verhaal over Job. Alleen daarvan ga je je al beter door voelen. Lieve Ellen bedankt weer voor je prachtig geschreven verhaal. Wel heftig dat je nieren toch nog zo weinig functioneren. Maar idd het had allemaal anders kunnen lopen.