Eerst Napels zien en dan ...

16 april 2019 - Napoli, Italië

Eerst Napels zien en dan …

De bekende uitdrukking “Eerst Napels zien en dan sterven” berust op een misverstand. Jarenlang is Mori ten onrechte in verband gebracht met het Latijnse woord voor sterven (vergelijk het Franse ‘mourir’), terwijl het de naam van een Italiaans stadje in de buurt van Napels is. Je moest dus – alvorens naar Mori te gaan – eerst Napels bezoeken! 

Op maandag voeren we in de namiddag langs Sicilië. Er was gezegd dat je met name aan bakboordzijde goed zicht zou hebben op de Etna. Dat was ook inderdaad zo. Majestueus rees deze – nog altijd actieve – vulkaan als het ware uit het eiland op. Het was enigszins bewolkt, maar toch kon je deze vulkaan goed zien.
’s Avonds laat hebben we ook het eilandje Stromboli goed gezien. Er was duidelijk activiteit in de gelijknamige vulkaan, want er kwam rook uit en af en toe zag je zelfs een rode gloed zich aftekenen tegen de donkere, zeer heldere hemel. Daarna kwam – heel wrang! – het bericht binnen dat de Notre Dame in brand stond. 

Na vier zeedagen kwamen we dinsdagmorgen vroeg in Napels aan. Het was een ruige tocht geweest. De Middellandse Zee was vanwege een harde wind continu behoorlijk onrustig geweest. Ook de temperatuur is sinds Akaba alleen maar verder gezakt tot voor Europa normale waarden (16 graden!). Veel mensen klaagden over de kou. Sinds zondagavond is dan ook de airco op kachelstand gegaan! 
De Italiaanse autoriteiten deden het ‘piano aan’ deze ochtend, want het schip werd een uur later dan gepland pas vrijgegeven. Onze excursie “Ruïnes van Pompei” startte dan ook een uur te laat. Iedereen zat te balen dat er dan ’s middags nog maar zo weinig tijd over was om zelf iets in Napels te ondernemen. De kapitein maakte – om verder gemurmureer te voorkomen – een ‘royaal’ gebaar. We zouden in plaats van 16.30 pas om 18.30 uur vertrekken. 


In een half uurtje kwamen we in Pompei aan en hebben in zo’n anderhalf uur slechts een fractie van deze prachtige oude stad bekeken. Het blijft bijzonder daar rond te lopen en je te realiseren dat deze stad in 79 A.D. volledig onder as en lava bedolven is. Dit geldt trouwens voor een veel groter gebied rond Napels. We weten vrij nauwkeurig wat er toen gebeurd is. Er is namelijk een brief van Plinius de Jongere aan zijn oom, Plinius de Oudere, over de eruptie van de Vesuvius bewaard gebleven. Het is wat wij een ooggetuigenverslag zouden noemen. 
Het was vanwege de paasvakantie enorm druk in Pompei. In 2008 ben ik hier ook geweest, maar toen was het lang zo druk niet, zodat we m.i. veel meer hebben kunnen bekijken. Die indrukwekkende overblijfselen van mensen en dieren heb ik nu nauwelijks gezien. Alleen de zwangere slavin voorover liggend op de grond haar gezicht beschermend tegen de hitte zijn we ‘tegengekomen’.

Na een snelle lunch op de boot zijn we samen de stad ingegaan. Al wandelend hebben we een aardige indruk van Napels gekregen. Ook hier was het weer razend druk. Waarschijnlijk waren de Napolitanen op zoek naar nieuwe kleren, zodat ze komend weekend op hun paasbest voor de dag kunnen komen. Bij toeval kwamen we een prachtige Passage tegen, waar drie mannen muziek zaten te maken. Twee van hen zongen een duet uit een Italiaanse opera. Echt geweldig klonk dat! 

Wij kijken terug op een zeer geslaagde dag aan de voet van de Vesuvius. Toen we overigens hoorden dat Japanse vulkanologen op korte termijn een nieuwe uitbarsting verwachten, begrepen we niet zo goed dat mensen hier zo rustig blijven wonen!

Groetjes, Gerrit en Ellen

Foto’s